Als je nog nooit over het reflexbrein hebt gehoord, maak dan nu kennis met deze indrukwekkende functie van ons brein.
Het reflexbrein is bliksemsnel omdat het werkt met snelkoppelingen en gewoontes.
Het is onze belangrijkste vriend en vijand!
Fantastisch helper en geduchte concurrent en misleider.
Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman beschrijft in zijn boek Thinking Fast and Slow – of de Nederlandstalige versie Ons feilbare denken – hoe het reflexbrein werkt.
Onze automatische snelle held
Het reflexbrein is onze automatische, snelle held. Het werkt supersnel en is daarom een enorme hulp voor ons reflecterende brein. Daniel Kahneman noemt het ook wel systeem 1.
We handelen en besluiten supersnel omdat ons reflexbrein appèl doet op onze routines zonder na te denken.
We zijn van nature lui
Het reflecterende brein, ofwel systeem 2 heeft een ingebouwde luiheid. Het past rekenregels en argumenten toe. Hierdoor is het traag en vraagt veel aandacht en energie.
Echter, lang nadenken over al dan niet vluchten of vechten was vroeger, toen we nog op de steppen leefden, geen goede overlevingsstrategie en leidde tot weinig nageslacht. Dus nemen we meestal een besluit op basis van ons reflexbrein.
Oudste brein
In evolutionaire termen is het reflex- of reptielenbrein ons oudste brein; dieren hebben het ook.
Het reflexbrein was vroeger enorm nuttig om te overleven op de savanne, waar bliksemsnel handelen in levensbedreigende situaties belangrijker was dan reflecteren. Daarom is ons reflexbrein sterk gericht op overleven en voortplanten en is het behoorlijk egocentrisch.
Een voorouder met alleen een intelligent reflecterend brein was ten dode opgeschreven.
Ons reflecterende brein is veel te langzaam
Stel dat ons reflecterende- of mensenbrein de lange en moeilijke route volgt van denken “Hoe zou het zijn als…, laten we ons oordeel opschorten…, weet je wel zeker…, hebben we alternatieven…, laten we ons voorstellen…”, dan waren we al lang opgegeten door die sabeltandtijger.
Wij overleefden de savanne omdat wij een supersnel breinsysteem hebben dat alle informatie in een fractie van een seconde verwerkt, waardoor we al vluchten voordat wij dat besluit bewust hebben genomen.
Onze gevarenscanner staat altijd aan
Het reflexbrein geeft continu zijn snelle intuïtie, eerste indrukken, conclusies en gevoelens ook voortdurend door aan het reflecterende brein. Zie het als een scanner die continu aan staat en gevaar eerder detecteert dan jij bewust doorhebt.
Supersnelle reacties
Ons reflexbrein komt, zonder dat we dat bewust doorhebben, onmiddellijk tot conclusies omdat het:
- informatie parallel verwerkt, zoals de signalen van onze zintuigen, en automatisch patronen waarneemt. Nadeel is wel dat ons reflecterende brein te traag is om razendsnelle foutieve interpretaties te corrigeren.
- veel onbewuste snelkoppelingen gebruikt. Nadeel is ook hier dat de meeste conclusies van ons reflexbrein onjuist zijn en dat ons reflecterende brein moeite heeft zulke foute beslissingen te herstellen.
- op vaste overtuigingen acteert in plaats van te rade gaan bij ons nogal langzame, vragende, twijfelende, analyserende, logische en rationele reflecterende brein.
- zonder aandacht of wilskracht werkt. Het gebruikt daardoor weinig hersenkracht en staat altijd aan terwijl ons reflecterende brein uitgaat als we vermoeid zijn. En dan neemt het reflexbrein de leiding van ons reflecterende brein over.
We hebben deze snelheid van handelen te danken aan aangeboren reflexen en gewoontes die we aanleerden op grond van ervaring. Dit versnelt het besluitvormingsproces enorm. Veel van deze patronen, oftewel snelkoppelingen, voltrekken zich buiten onze wil, ons bewuste.
Voorbeelden van ons reflexbrein
- Als je eenmaal kan lezen, is het niet meer af te leren.
- Als je een gezicht in de maan ziet, kun je dat niet langer niét zien, zelfs als je weet dat het bergen en kraters zijn.
- Als je voor het eerst een gezicht ziet, herkent jouw brein deze de volgende keer automatisch.
- Als je leerde een winst en verliesrekening te herkennen, zul je die altijd blijven herkennen.
- etc, etc.
Deze snelkoppelingen zijn heel nuttig wanneer snelheid van belang is, of om routinewerk over te nemen.
Maar het reflexbrein neemt een loopje met je
Er zijn beroemde gevallen over financiële, zakelijke of politieke beslissingen die de plank volledig missloegen. Vertrouw niet te sterk op je “onderbuik” en je reflexbrein.
Gebruik je reflecterende brein om de suggesties van zijn snelle tegenhanger nader te onderzoeken. In het dagelijks leven geldt dit ook voor je eerste indrukken van mensen, je onderbuikgevoel over de prijs van een aankoop of de oorzaak van een klacht.
Hoe hoger de tijdsdruk, des te meer we de plank misslaan, zelfs wanneer we directeuren, teamleiders of accountants zijn.
Snelheid is je grootste vijand
Snelheid is de grootste vijand van reflectie omdat ons reflexbrein met gemak het reflecterende brein overneemt.
Zo ontstaan snelkoppelingen
Het reflexbrein maakt gebruik van zowel aangeboren als aangeleerde snelkoppelingen: instincten of vooroordelen die we onbewust van thuis, school of cultuur overnemen.
Aangeleerde patronen ontstaan eerst in het reflecterende brein en verplaatsen zich daarna door oefening, praktijk en ervaring geleidelijk naar het reflexbrein. Ze krijgen dan de status van expertinstinct. De zogenaamde intuïtieve gezondverstand beslissingen.
De mens die rationele keuzes maakt en zich consequent baseert op wat de grootste winst oplevert, bestaat niet. De voorspellingen en besluiten van mensen, regeringen en bedrijven die via onderbuikgevoel en intuïtie tot stand komen, zijn in werkelijkheid helemaal niet rationeel.
Wat ons reflexbrein met informatie doet, gaat onbewust!
Alleen conclusies van ons reflexbrein worden aan ons bewustzijn doorgegeven.
Vanaf dat moment kan het reflecterende brein deze conclusies:
- overnemen
- opschorten
- ter discussie stellen
- onderzoeken of
- verwerpen.
De praktijk …
In veel situaties ontbreekt de tijd om een onbewuste reflexconclusie door het reflecterende brein te laten screenen. Daarom zijn wij heel goed geworden om na gedane zaken allerlei argumenten vinden om (achteraf) een beslissing “goed” te praten, ofwel te rationaliseren.
We gebruiken dan:
- heuristieken en (wat in ons geheugen is opgeslagen en wat we kunnen ophalen)
- cognitieve biases (fouten die ons brein maken)
Vreemde, irrationele besluiten
Wanneer het reflexbrein het reflecterende niet corrigeert, gebeuren er vreemde, irrationele dingen. Daar zijn tientallen voorbeelden en experimenten over te vinden.
Het is belangrijk te weten hoe dit zit, omdat ons reflexbrein een belangrijke invloed heeft op onze keuzes en beslissingen. Reclamemakers gebruiken veel technieken om ons reflexbrein te laten beslissen wat het beste is voor hun organisatie, in plaats van het beste voor jou.
Voorbeeld 1: Kiezen uit 3 producten
Ons reflexbrein kiest automatisch het middelste product als het moet kiezen uit drie gelijksoortige producten met drie verschillende prijzen.
En ons reflecterende brein is het daar (achteraf) altijd mee akkoord.
Voorbeeld 2: Hetzelfde sommetje met twee verschillende schattingen
De meeste mensen schatten de uitkomst van 9 x 8 x 7 x 6 x 5 x 4 x 3 x 2 x 1 gemiddeld 8 x hoger in dan de uitkomst van 1 x 2 x 3 x 4 x 5 x 6 x 7 x 8 x 9.
Dit geldt zelfs voor techneuten, rekenmeesters en managers.
Voorbeeld 3: Dezelfde besluiten met verschillende uitkomsten
Managers komen tot zeer verschillende beslissingen wanneer ze eerst een aankoop van één miljoen euro bespreken en daarna een aankoop van enkele 10.000-en euro’s dan wanneer ze het in de omgekeerde volgorde doen.
Voorbeeld 4: Snelle beslissers zijn vaker slechte beslissers
Mensen die snel beslissen, nemen meer onethische beslissingen dan wanneer ze tijd hebben om na te denken.
Zo komen irrationele beslissingen tot stand
De meeste vreemde, irrationele beslissingen komen tot stand door bias en heuristiek.
Bias en heuristiek is de fout die ontstaat door vooringenomenheid en vooroordeel.
Er zijn ruim 100 verschillende biases.
Hieronder staan 18 belangrijke. Ben benieuwd welke je herkent?
1. Beschikbaarheidsbias
Onze reflexmatige instincten over de waarschijnlijkheid dat een bepaalde gebeurtenis plaatsvindt zijn meestal volstrekt verkeerd omdat ons reflexbrein de representativiteit overschat van gebeurtenissen die e ons gemakkelijk kunnen herinneren.
We herinneren ons het best gebeurtenissen die we levendig in emoties of beelden kunnen beschrijven. De meeste mensen weten nog precies waar ze waren toen twee vliegtuigen het World Trade Centre invlogen.
- daarom is het eerste idee dat ons invalt het idee dat we ons het gemakkelijkst kunnen voorstellen en herinneren, en niet het meest waarschijnlijke idee.
- daarom praten we graag over onderwerpen die aandacht krijgen in de media, omdat de media zich vooral richten op onderwerpen die ongebruikelijk zijn, en niet op wat gebruikelijk of representatief is in ons eigen leven. Media geven relatief meer aandacht aan onderwerpen waarvan ze beeldmateriaal en spannende anekdotes hebben.
- we overschatten gebeurtenissen waar nieuwsbeelden/video’s van beschikbaar zijn en verwaarlozen wellicht belangrijker gebeurtenissen waar geen filmmateriaal van beschikbaar is.
- na een busongeluk denken mensen dat het aantal busongelukken sterk is toegenomen, zelfs als die in werkelijkheid aanzienlijk is afgenomen.
- mensen overschatten de kansen op winst in een loterij omdat de winnaar veel aandacht krijgt, terwijl de miljoenen die hun geld verloren nooit in de schijnwerpers komen.
- we overschatten het risico dat we slachtoffer worden van een terroristische aanslag.
- we onderschatten het risico dat we een ongeluk veroorzaken als we achter het stuur onze mobiel gebruiken.
Vanwege deze fundamentele bias worden regels gemaakt nadat een zeldzaam ernstig incident plaatsvond terwijl de meest voorkomende risico’s volstrekt worden genegeerd.
2. Halo-effect
We overschatten de competenties van succesvolle mensen en onderschatten de rol van toeval en de omgeving.
3. Schoonheidsbias
We overschatten de bekwaamheden van aantrekkelijke mensen.
Uitzondering: vrouwen onderschatten de bekwaamheden van aantrekkelijke vrouwen.
4. Verankeringsbias
In het voorbeeld van het sommetje is sprake van verankeringsbias.
Als je een groep mensen slechts enkele seconden geeft om te raden naar de uitkomst van 9 x 8 x 7 x 6 x 5 x 4 x 3 x 2 x 1, en een andere groep naar die van l x 2 x 3 x 4 x 5 x 6 x 7 x 8 x g, dan raakt ons reflexbrein verankerd in de eerste cijfers die je leest.
Wanneer je dus begint met 9 8 7, raad je hoger (gemiddeld 4200) dan wanneer je begint met 1 2 3 (gemiddeld 500).
Bovendien geldt voor beide groepen dat ze de werkelijke uitkomst (362.880) volledig onderschatten. Dat komt omdat de gebruikte cijfers onder de 10 liggen. Met iets meer tijd voor reflectie is de fout minder ernstig .
Als je vervolgens na deze test aan beide groepen zou vragen om de prijs van een fles wijn of een doos chocolaatjes te raden, zou de tweede groep stelselmatig een lagere prijs noemen, omdat mensen die in een getal rond de 500 noemen lager raden dan mensen die een getal rond de 4200 noemen.
Iedereen valt deze bias ten prooi.
Wanneer je een vergadering begint met de bespreking van een miljoenenzaak en daarna veel minder tijd besteedt aan de beslissing over een uitgave van € 20.000,- zullen beide beslissingen anders uitpakken dan wanneer je deze twee zaken in de omgekeerde volgorde bespreekt.
5. Introspectiebias of “beter dan het gemiddelde”-bias
We overschatten stelselmatig de betrouwbaarheid van onze zelfbeoordeling.
We onderschatten de betrouwbaarheid van anderen om zichzelf te beoordelen.
Voorbeeld:
- 75 % van de leidinggevenden denken dat ze tot de beste 20 % behoren
- 90 % van de chauffeurs denken dat ze beter zijn dan gemiddelde chauffeurs.
6. Vertrouwdheidsbias
Je besluit wordt beïnvloed door vertrouwde aspecten die niets met de keuze van doen te maken hebben.
Vanwege deze bias stellen managers maar al te vaak mensen aan die op hen lijken.
7. Kuddebias of groupthink (groepsdenken)
Vaker dan we denken, laten we onze beslissingen door anderen beïnvloeden, wat leidt tot groepsdenken.
8. ‘Wijsheid achteraf’-bias
Heel knap!
Achteraf denken we dat we de feiten al van tevoren wisten en dat we hadden kunnen voorspellen wat er is gebeurd.
In de wedstrijdsport zien we deze bias dikwijls voorbij komen.
9. Terugblikbias
We ervaren het verleden als positiever dan het in werkelijkheid was.
10. Bevestigingsbias en selectieve waarneming
We selecteren alleen die informatie die onze conclusies en keuzes ondersteunen, de rest negeren we.
11. Stereotypering
We schrijven kwaliteiten toe aan mensen op basis van de groep waar ze bij horen, zonder dit te controleren.
12. Aversie tegen verlies
Verliezen wat we bezitten, vinden we veel erger dan iets niet krijgen wat je nog niet had.
Mensen en organisaties spannen zich veel meer in om kleine verliezen te vermijden dan winsten op lange termijn te maximaliseren.
13. Uitkomstbias
We beoordelen de kwaliteit van een beslissing eerder aan de hand van de uitkomst (die toevallig kan zijn) dan op grond van de kwaliteit van het besluitvormingsproces.
14. “Na de koop”-bias
Als we iets hebben gekocht, ervaren we eerder de voordelen dan de nadelen van onze keuze. Daarom zegt een verkoper na de koop dikwijls de volgende woorden: “Gefeliciteerd met uw aankoop, u maakte een verstandige keuze!”.
15. Zelfoverschattingsbias
Succes is te danken aan mijn superieure persoonlijke vaardigheden en vermogens.
Falen komt door de beroerde omstandigheden of aan anderen.
16 “Actor-waarnemer”-bias
Als ik succes heb, komt dat door mijn competenties.
Als iemand anders succes heeft, komt het door de omstandigheden.
Als ik faal, geldt het omgekeerde.
17. Bedrogbias
Is er hoge tijdsdruk?
Dan handel je sneller dan normaal.
Jouw neiging tot bedrog en onethisch handelen neemt toe.
18. Substitutieheuristiek
Als het reflexbrein geen antwoord vindt op een vraag, zal het een gemakkelijkere vraag beantwoorden die met de eerste in verband staat.
Voorbeeld: De juiste sollicitant selecteren
Voor het reflecterende brein van een leidinggevende is het een zware klus om tussen verschillende sollicitanten de juiste te kiezen, rekening houdend met ieders CV, feedback van eerdere werkgevers, de uitkomsten van hun assessments, enzovoort.
Het reflexbrein komt met een snel antwoord, dat de leidinggevende zijn onderbuikgevoel noemt. Vooral als de leider haast heeft en geen tijd neemt voor reflectie of voor een echt gesprek met een collega.
Hij zal niet beseffen dat zijn reflexbrein onbewust de oorspronkelijke moeilijke vraag “Wie is de beste kandidaat?” heeft ingeruild voor de gemakkelijke vraag: “Wie lijkt de beste kandidaat?”, en dat deze conclusie zo snel en zo gemakkelijk wordt bereikt vanwege de schoonheidsbias, het stereotyperen, de vertrouwdheidsbias, de selectieve waarneming en andere biases van dit reflexbrein.